Edwin Carels

Primale Scènes

"Ik wil dat er op een klein stukje papier een icoon verschijnt die de mensen op het verkeerde been zet. Daarom moet ik exact en precies zijn in de manier waarop ik mijn kijk op de realiteit communiceer - een realiteit die allesbehalve prettig is. Je zou de vergelijking kunnen maken met het boek van Joseph Conrad, ' Heart of Darkness'. Eenvoudig, helder en genadeloos." (1)                        


Een klein stukje papier

De Rotterdamse kunstenaar Paul van der Eerden heeft zo zijn eigen strategie om beelden te maken. Het zijn doorgaans kleine tekeningen, niet groter dan een A3-vel en gemaakt met de nederigste materialen: balpen, kleurpotlood, potlood en inkt. De krachtige, kordate contouren waarmee hij zijn figuren op papier zet, lijken oppervlakkig gezien op de krabbels van een verveelde scholier, zoals die zijn verveling en frustraties botviert in een schrift of op een schoolbank. Expliciete seksuele fantasieën, mutilatiescènes, groteske gezichten, gekke transformaties en af en toe een flard cryptische tekst. Soms duikt er ook een totaal abstracte, afwezige figuur op. Tekeningen schijnbaar gemaakt zonder doel voor ogen, zeker niet om te behagen. Eerder om het eigen onbehagen te ventileren. En toch klopt er iets niet. Door de meticuleuze afwerking en gelijkmatige aandacht voor elke vierkante centimeter papier overstijgen de tekeningen hun expliciete brutaliteit. Ze stralen net zo goed geduld als geweld uit. Eerder getuigen ze van een soort van maniakale gedrevenheid die we vooral met ' Art Brut'- kunstenaars associëren. Die vergelijking zoekt Van der Eerden trouwens wel vaker op, want hij is tevens actief als samensteller van tentoonstellingen en publicaties waarin hedendaagse kunstenaars en ' Outsiders' hand in hand gaan. Van der Eerden is ook een verzamelaar van Afrikaanse kunst. In zijn atelier hangt prominent een Ghanees dokters bord met seksuele voorlichtings motieven, geschilderd in felle kleuren.

Exact en precies

Het aanknopen bij zogenaamde ' primitieve' kunst en ' Outsider' kunst is niks nieuws. Sinds het begin van vorige eeuw, en vooral na de hallucinante wreedheid van de eerste wereldoorlog, zochten vele kunstenaars hun inspiratie in voor die tijd onorthodoxe expressievormen. Hal Foster noteert hierover terecht dat de meeste modernisten de kunst van geesteszieken volgens hun eigen agenda bekeken, "als de uitdrukking van een esthetische essentie, de revelatie van een onschuldige visie, de negatie van elke conventie - terwijl het meestal niks van dit alles betrof."  (2)
Paul van der Eerden geeft grif toe dat voor hem een belangrijk keerpunt kwam toen hij op zekere dag de catalogus ' Primitivism in XXth Century Art' opensloeg (3). Goed tien jaar geleden zwoer hij eensklaps alle maniërismen af en koos hij radicaal voor een expressievorm die even eerlijk als intens moest zijn. Van der Eerden koketteert niet op een vrijblijvende manier met kunst uit vreemde landen of van vervreemde geesten. Net zoals hij tijdens zijn werkverblijven in Istanbul of Parijs geen decoratieve details overneemt of enige couleur locale. Eerder dan het exotisme te fetishiseren,  concentreert Van der Eerden zich op de strategie achter die onversneden zeggingskracht. Het is niet moeilijk om in zijn tekenwerk dezelfde  vijf standaard kenmerken terug te vinden, die Hans Prinzhorn al noteerde in zijn in 1922 verschenen 'Artistry of the mentally ill' :  "de drang tot spelen, een zucht naar ornament, een neiging tot orde en kopiëren en een behoefte om zinvolle symbolen uit te werken." (4) Ook de tekeningen van Van der Eerden laten zich typeren door hun nadrukkelijke nood aan expressie, ornamentele uitwerking, patroonmatige orde, obsessieve repetitie, en/of symbolische systemen.

Op het verkeerde been

Hoe intuïtief de inviduele reeksen in zijn oeuvre ook tot stand komen, de stilering bij Paul van der Eerden is er veeleer een van geveinsde naïviteit. De chaos die hij in een bewust uitgepuurde vorm manifest maakt is niet zijn interne huishouding, maar wordt vooral gevoed door prikkels van buitenaf. Dat doet hij via een ironische keuze voor de meest nietige formaten, nederige materialen en verder geen greintje behaagzucht. Wat er van op enige afstand uitziet als een reeks cartoons of zomaar wat rudimentaire stripfiguurtjes, blijken bij nader toezien volkomen ongerijmde scènes, tot zelfs explosieve gruweltaferelen. Van der Eerden geeft zelden titels aan individuele tekeningen, maar verzamelt ze doorgaans in clusters onder een bepaalde noemer: 'Blue Notes', ' Sad Alchemy', ' Insanity Factory', ' Good Company', ' Cinema Narciso', ' Enclosures','True Identities' enz. Hun optelsom in de huidige tentoonstelling behelst niet minder dan 300 tekeningen. Het bescheiden formaat van de tekeningen noopt tot een intieme confrontatie, de seriële presentatie leidt tot een beangstigende kettingreactie. De belangrijkste introducties van zijn collega-kunstenaars gaf Paul van der Eerden telkens de titel Sorti du Labyrinthe mee. Omgekeerd lokt hij - gedreven door een soort van Horror Vacui - met de presentaties van zijn eigen werk de kijker juist dieper mee in een donker doolhof, zijn eigen ' Heart of Darkness'. (Het moet hem beslist plezieren dat hij nu ook letterlijk bijzonder dicht in de buurt komt van de openingssequens van zijn favoriete roman, door Conrad gesitueerd op de Grote Markt in  Brussel). De aaneenschakeling van deze geladen miniaturen lijkt op een storyboard voor een verschrikkelijke nachtmerrie. En net zoals ook Coppola's adaptatie van Conrad's boek 'Apocalypse Now', noopt Paul van der Eerden's interpretatie eerder tot introspectie dan tot exotisch voyeurisme.

Een icoon verschijnt

Paul van der Eerden opereert doelbewust. Hij wil krachtige, kernachtige beelden produceren. Iconen noemt hij het zelf. Zijn gebalde beeldtaal zou inderdaad perfect kunnen ingezet worden om logo's en soortgelijke blikvangers te produceren binnen een extreem imagobeluste commerciële wereld. In zeker zin is Van der Eerden inderdaad een katalysator van de hedendaagse beeldcultuur, maar dan in subversieve zin. Vaak zijn het prangende, primale scènes die hij oproept, waar alle beschavingsnormen uit verbannen zijn. Of waar de vernislaag van is afgeschuurd. Want die gewelddadige iconografie van absurde vervreemding en pornografische wreedheid, van tastende handen, hongerige ogen en verdwaalde gezichten is ook in het dagelijkse leven alomtegenwoordig via de porno-industrie, de 'Reality T.V.'en woekerende reclame. De taferelen die Van der Eerden schetst zijn niet alleen archetypisch, maar dus ook bijzonder actueel. In de psychologie geldt de primale scène niet als een romantisch plaatje, maar als moment van rauwe, existentiële bewustwording, een onthullende kijk op de eigen oorsprong. Bij Van der Eerden dan ook geen gemakkelijke cultus van de herwonnen onschuld of primitieve puurheid, kwaliteiten die de modernisten al te vaak toedichtten aan de 'Art Brut' kunst en de zogenaamde ' primitieven', maar juist een uitdrukkelijk verlies van die onschuld, een uitnodiging tot directe confrontatie met onze donkerste drijfveren. Tekeningen die als wegwijzers ons voortstuwen naar het doolhof van ons eigen hart.

1 Marianne Vermeijden in: True Identities, éditions Maasz Rotterdam 2001      
2 Hal Foster; Blinded Insights : On the Modernist Reception of the Art of the Mentally Ill in: October N°97, summer 2001.
3 Moma publ., NY, 1984.
4 Hans Prinzhorn; Artistry of the Mentally ill, Springer Verlag NY, reprint 1995.

Edwin Carels in:
ForwArt: a choice, Brussel 2002

© Edwin Carels 2002




1999 Insanity Factory 2
pencil, 29.7x21 cm
Centraal Museum Utrecht