Chris Dercon

Moet ik er een tekening bij maken?

Rotterdam, 24 januari

Wie zijn de figuren die P. heeft nagetekend, ingetekend, volgetekend?
Bestaan ze echt? Heeft P. ze elders gezien? In een magazine? Op een schilderij? Zijn de schaduwportretten van P. spookbeelden?

P. heeft zin om te denken. Hij haalt een aantekenboekje te voorschijn en begint te tekenen: na, in en vol. Tekenen is tegelijkertijd figuratief en scripturaal, niet alleen bij de Chinezen. P tekent silhouetten van vrouwelijke figuren. Ze komen eerst te voorschijn in potlood, als omlijnde geesten. Zo lijken ze het papier lost te laten en te zweven. Dan verandert P. ze in rotsjes, begroeid met krioelende trekken van een pen. Nu houden ze vast, ze lijken op het papier gefixeerd. De figuren van P. vertonen streken. Dat komt ook door de vele strepen. Ik heb eens gelezen bij Dirk Lauwaert, dat de westerse tekenkunst verscheurd zit tussen de cultus van de lijn en het principe van de streep. Dezelfde schrijver noteerde ergens anders: " de negentiende eeuw keert de verhouding tussen lijn en streep om: het is de laatste die het terrein steeds meer is gaan bezetten. De lijn wil de vorm van de streep aannemen, wil de impulsieve reactie van het temperament. Niet meer de identiteit van het motief staat centraal, maar die van de tekenaar".
P. staat bekend als Paul van der Eerden, van beroep tekenaar.

Delft, 27 januari

Niet alleen beeldende kunstenaars tekenen. Behalve dat ieder mens wel eens tekent, maakten ook cineast Sergei Eisenstein, schrijver Antonin Artaud en architect Oskar Niemeyer voorbeeldige tekeningen. Sommige tekenaars zijn verrassender of genereuzer dan andere. Het repertoire van de oude Niemeyer bijvoorbeeld is tamelijk uniform: steeds hetzelfde karige lijnenspel als aanwijzingen voor hetzelfde soort gebouwen. Sommige kennissen beweren dit ook wel eens over de kribbige figuurtjes van P. Zijn vocabulaire is beperkt zeggen ze dan. Ik vind dat soort beperkingen geen enkel probleem.
De kwaliteit van het werk van P. zit voor mij in de - dubbele- betekenis van het Vlaamse zinnetje: moet ik er een tekening bijmaken? In het Nederlands zou er staan: moet ik het voor je uittekenen? Maar dat klinkt bij lange na niet zo mooi. Tekenen is voor de hele mensheid, een nadrukkelijke manier om iets te verduidelijken. Alleen daarom reeds is de tekenkunst razend interessant en is ze gedoemd verder te bestaan. P. zelf schreef daarover: " de hand in dienst van een eigen moeilijk door anderen te doorgronden belevingswereld".
Tekenen is voor P. een middel van de rede en een middel om een redelijk bestaan te leiden.

Barcelona, 5 februari

In de Carrer del Notariat, waar ik graag tegen de middag in mijn eentje en glas witte wijn drink, is het een komen en gaan van jonge vrouwen en meisjes. De universiteit is vlakbij. De jongedames houden dikke bundels papier stijf tegen de buste gedrukt- een soutien-gorge? Soms reikt de stapel tot vlak onder de kin. De kin functioneert als een natuurlijke paperclip. het gezicht en het kapsel worden door leesvoer en notities gescheiden van de rest van het lichaam. Zo lopen ze voorbij, pratend, giechelend, nieuwsgierig luisterend naar elkaar. Toen vrouwen eindelijk hun hersens mochten gebruiken, hadden ze blijkbaar de afspraak met elkaar gemaakt om zich op deze manier in het openbaar te vertonen. Ze geven een teken: ik heb zin om te denken.
Ik moet aan de silhouetten van P. denken.

Brussel, 7 februari

Op de schoolbanken krabbelde ik silhouetjes van Hilde die twee rijen voor mij zat. Ik was verliefd. Ik mocht Hilde van achter nemen. Ook de dichter Goethe was een liefhebber en zelfs een groot beoefenaar van de kunst van het schaduwportret. Het maakte in hem sentiment en hartstocht los. Heeft P. ooit Johann Caspar Lavaters " Physiognomische Fragmenten zur Foerdering der Menschen Kenntnis und Menschenliebe" gelezen? Dit fascinerende boekwerk is uitgegeven in 1775-1778 in Leipzig en Winterthur. Het is een document dat getuigt van een groot revolutionair optimisme. Maar de idee van de Verlichting wordt er ook in gerelativeerd. Lavater presenteerde in zijn boek de eerste moderne theorie over gezichtsuitdrukkingen. Door een analyse van louter visuele en ritmische vormen, aan de hand van schaduwportretten, wilde Lavater de ziel en het karakter van de mens blootleggen. Hij ging daarbij niet uit van een of andere diepe innerlijke waarheid, maar benadrukte juist de schone schijn, het uiterlijke van de mens. Lavater verbindt de algemene kennis van en over de mens met de liefde voor het wezen van ieder individu. Hij verlaat hiermee het pad van louter wetenschappelijke aanspraken die de idealen van de Verlichting kenmerken en bevordert op indirecte wijze de kunst van de menselijke afbeelding.

Rotterdam, 8 februari

Giswerk. P. heeft zijn silhouetten gegrift in de papierpulp, alsof het tatoeages waren. Wat dat betreft: het eerste tekenblad van de mens is zijn eigen vel. In een tweede versie zijn dezelfde silhouetten geprojecteerd op het raster van ruitjespapier. De donkere geleiachtige zones lijken op foto' s Ik blijf gissen. Heeft P. de schaduwportretten misschien met behulp van carbonpapier vervaardigd? Dat zou mooi uitkomen, want dan kan ik een verbinding leggen met de monochromatische blauwe massa's, waaruit de silhouetten zijn opgebouwd. Reeds toen Vasari tekenen tot kunst had verheven, was dat allang geen natuurlijk bezigheid meer. Steeds opnieuw werden het oog en de hand voorzien van allerlei prothesen en disciplines. Rond 1770 werd het schaduwportret bijvoorbeeld geassocieerd met de antieke mythe van de inventie van de schilderkunst. Zo zou Dibutades de schaduw van haar geliefde nagetekend hebben, die door het licht van een kaars op de wand verscheen. Dirk Lauwaert, die ook veel over fotografie weet, dacht hierover na en schreef: " Dibutades trekt rond de schaduw van het profiel van haar geliefde een contourlijn. Daarmee kopieert ze dat profiel, ' calqueert' ze de vorm.
Ze interpreteert hem niet, maar fixeert hem. Zij wil geen schema, geen karikatuur van haar geliefde, maar een beeld dat de intieme lichamelijke aanwezigheid in relais oproept. Dit beeld wekt geen herinneringen aan de geliefde, maar is een plaatsvervanger van de geliefde ( zoals gebeurt in de fotografie)".
Op welke van de schaduwen zou P. verliefd zijn? Op de nummers 3 en 6? Zie ik spoken?

P.S.

Ik kwam P. een paar dagen geleden onverwacht tegen bij het stadhuis. Hij was op de fiets onderweg naar de sportschool. We maakten een praatje over de langoureuze silhouetten van Pauline, Patsy en Kate- Kate Moss!- door de zeer succesvolle schilder Gary Hume. Allebei vinden we die portretten in snoeptinten zeer erotisch. Ik vergat P. te vertellen over de allerlaatste werken, schaduwportretten, van Konrad Lueg- de kunstenaarsnaam van de geprezen galeriehouder Konrad Fischer. Diens fotowerken, ontstaan in 1968, maken het de toeschouwer mogelijk zijn of haar eigen silhouet voort te brengen. Konrad Lueg liet de idee patenteren voordat hij besloot zijn kunstenaars-loopbaan op te geven en als Konrad Fischer enkel nog andere kunstenaars tentoon te stellen. Hij is schatrijk geworden.
Over kunst en geld, nog het volgende. De Fransman Etienne de Silhouette ging in het midden van de 18e eeuw door het leven als inspecteur van financiën. Zijn strenge fiscale maatregelen legden rond 1760 heel Frankrijk aan banden en hadden gedurende enige tijd een, althans voor Franse begrippen, zeer bescheiden levenswijze tot gevolg: a la Silhouette. Zo werd het populaire schaduwportret nu " portrait a la Silhouette" genoemd, want het bood een goedkoop alternatief voor het dure portretschilderij.
Ik weet dat P. over dit soort zaken graag nadenkt. Hij maakt er dan een tekening bij.

Tekst bij de multiple ' 112233...'

© Chris Dercon 2000

2000 112233.....
Stichting Blanco Rotterdam