Marlise van der Jagt
Enclosures
In het Museum Boijmans Van Beuningen vindt op slechts enkele meters afstand van het surreële gebrul van de publiekstrekker Vreemde dingen: Surrealisme en Design een intiemer gesprek plaats. In twee besloten zalen voeren outsiders, maniëristen, surrealisten, Italiaanse meesters en Franse salonkunstenaars uit vijf eeuwen een tekenkunstige discussie in de expositie Enclosures. Uit deze discussie blijkt dat al deze meesters op een wonderlijke manier op het gebied van tekenkunst een zelfde taal spreken. Degene die zorgde dat al deze meesters met elkaar 'in gesprek' kwamen is de in 1954 in Rotterdam geboren kunstenaar Paul van der Eerden. Zijn werk en dan met name zijn in 2002 in Parijs gemaakte serie Enclosures, vormde het uitgangspunt van dit ensemble.
De Rotterdammer Paul van der Eerden zoekt in zijn eigen werk zeer bewust geen aansluiting bij een reguliere kunsttraditie. Van 1974 tot 1979 werd de kunstenaar opgeleid aan de avondopleiding van de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam. Na jaren zoeken hoe zichzelf het best met behulp van beeldende middelen tot uitdrukking te brengen, vindt Paul van der Eerden begin jaren negentig zijn huidige thematiek. In zijn betekenisvolle en intieme potloodtekeningen verbeeldt Paul van der Eerden veelal het maniakale, de psyche, het bizarre, het afwijkende en het onfatsoenlijke. Hiervoor interesseert hij zich naar eigen zeggen het meest. Eerder, reeds in 1991, vonden zijn tekeningen hun weg naar het Museum Boijmans Van Beuningen. Zijn werk werd dat jaar opgenomen in de tentoonstelling Verzameld Werk 3. Die samenwerking leidde tot de huidige tentoonstelling Enclosures.
Enclosures
Enclosure is de Engelse term waarmee in Engeland en Wales werd aangeduid dat een openbaar toegankelijk stuk land werd afgesloten (enclosed) en vanaf dat moment alleen voor privégebruik bestemd was. Soms gingen deze overgangen van publiek naar privébezit met geweld gepaard. Paul van der Eerden past deze term vervolgens toe als metafoor voor de menselijke geest; de plek waarin iedere persoon als het ware opgesloten zit. Hoewel Paul van der Eerden zijn werk geen prominentere plek in de tentoonstelling toe-eigent dan de andere werken, is het duidelijk dat de geselecteerde tekeningen een verhaal vertellen dat correspondeert met zijn manier van werken en kijken. Hierdoor ontstaat een hele intieme discussie tussen de tekenaars en hun tekeningen. Alle kunstenaars lijken op eenzelfde golflengte te zijn afgestemd. Als bezoeker kreeg ik even de wonderlijke sensatie alsof mijn brein ook op die golflengte was afgestemd; alsof ik door de ogen van Van der Eerden naar de werken keek.
Outsiders
Paul van der Eerden koos er, als verzamelaar van Outsider kunst, voor om enkele werken uit de Parijse collectie Art Brut Connaissance & Diffusion te tonen. De werken tonen een geheel eigen werkelijkheid.
Een zeer benauwend (enclosed) gevoel geven de tekeningen van de Poolse kunstenaar en schizofreen Edmund Monsiel (1897-1962). Deze Monsiel verborg zich tijdens de Tweede Wereldoorlog drie jaar lang op de zolder van zijn broers huis, overtuigd van het feit dat de nazi's hem zouden komen halen. Tijdens de jaren dat hij daar opgesloten zat, begon hij te tekenen bij slechts het licht van een kaars. Zijn tekeningen worden gedomineerd door duizenden gezichten met starende ogen. Zij bevolken iedere millimeter van de op zeer kleine schaal getekende religieuze scènes, die geïnspireerd zijn op Oost-Europese kerkelijke kunst. Zeer duidelijk kun je in het werk van deze outsider de benauwende werking van de soms zieke psyche van de mens beleven.
De zestiende eeuw
In Paul van der Eerden's tekeningen komen regelmatig verwrongen, gestapelde mensfiguren of menselijke lichaamsdelen terug. Deze thema's komen in de tentoonstelling terug in de tekeningen van twee maniëristen: Juste de Juste (1505-1559) en Jacques Bellange (1575-1616). In de tekeningen van beide meesters bewegen de figuren in een verwrongen en vervreemdende dans die de sfeer onprettig en duister maakt. Juist omdat deze tekeningen met elkaar en met die van de andere meesters geconfronteerd worden komen de overeenkomsten in thematiek duidelijk naar voren en lijkt het wonderlijk dat zij in de zestiende eeuw tot stand zijn gekomen. Zeer de moeite waard is ook de uitzonderlijke collectie van ongewone karikaturen van de hand van Pierre Puvis de Chavannes. Een groter contrast tussen deze surreële schetsen en het bekendere werk van deze Franse salonmeester is bijna niet te bedenken. Juist omdat deze tekeningen zo ongewoon zijn voor een klassieke meester lijken zij door Paul van der Eerden gekozen.
Een juiste keuze
De stadsredactie van het museum nam het initiatief voor deze expositie en besloot Paul van der Eerden uit te nodigen een keuze uit de tekeningencollectie van het museum te maken. Deze stadsredactie stelt zichzelf tot doel de grenzen tussen het museum en de stad transparanter te maken. Of dit doel met de tentoonstelling Enclosures gerealiseerd is, is voer voor een andere discussie. In ieder geval is het Paul van der Eerden zeker gelukt de grenzen tussen verschillende stromingen en eeuwen tekenkunst te laten vervagen en heeft hij op een wonderlijke manier dwarsverbanden weten te leggen. Van der Eerden bestudeerde gedurende enkele maanden de tekeningencollectie van het Boijmans Van Beuningen en heeft wat mij betreft een uitmuntende keuze gemaakt. Zijn keuzes lijken in eerste instantie niet voor de hand te liggen maar alle werken lijken als puzzelstukjes in elkaar te passen. De keuze is zo gemaakt dat de betekenis van de tekeningen versterkt wordt in elkaars aanwezigheid. De tentoonstelling is als een gesamtkunstwerk te zien waarin alle werken samen de dwarsverbanden, overeenkomsten en overlappingen in de manier van denken van deze kunstenaars echt duidelijk maken
Marlise van der Jagt;
Enclosures
in: 8Weekly, 6 december 2007
© Marlise van der Jagt 2007