Arjen Ribbens
Wrede tekeningen van Paul van der Eerden
Kunst moet bruut en ongemakkelijk zijn
De wrede en bizarre tekeningen van Paul van der Eerden worden vanaf morgen in Rotterdam tentoongesteld, in April volgt Parijs. Museum Boijmans Van Beuningen kocht onlangs 28 tekeningen van de Rotterdammer aan. " Ik denk haast niks bij het tekenen", zegt Van der Eerden.
Als hij met iemand verwantschap voelt, zegt kunstenaar Paul van der Eerden, is het met niet-professionele collega's.
De eenvoud van primitieve Afrikaanse beeldhouwkunst spreekt hem aan, net als de directheid in de schilderijen van naïeven en van psychiatrische patiënten. " Ik houd van kunstenaars die hun ziel blootgeven, die niet bang zijn diep bij zichzelf naar binnen te kijken ", zegt hij.
Maar het idee in het hokje met outsiders geduwd te worden, benauwt Van der Eerden. Liever blijft hij net zo ongrijpbaar als zijn tekeningen. Wat betekenen toch al die vingers in ogen en in mootjes gehakte ledematen? Die vraag doet de tekenaar een beetje lacherig af. " Ik denk haast niks bij het tekenen.
Als ik mijn pen op papier zet, weet ik niet waar het heen gaat. Eerst blader in wat kunstboeken om heel veel plaatjes te bekijken. Al die beelden sla ik op in mijn hoofd. En als daar kortsluiting ontstaat, ontstaat er een tekening. " Ik voel er niets voor om die tekeningen te duiden. Psychologische verklaringen vind ik meestal zo banaal. De laatste jaren teken ik mezelf bijvoorbeeld graag als een mannetje met een hoge hoed. Daar zou je allerlei hoogdravende verklaringen voor kunnen geven. Bij toeval vond ik onlangs een foto waarop ik als twaalfjarige net zo'n kachelpijp draag. Die foto had ik dertig jaar niet gezien. Kennelijk zat dat beeld al die tijd gewoon in mijn hoofd."
Hoe wreed en agressief zijn tekeningen soms ook zijn, hij schrikt nooit van zijn fantasieën. " Bij heel veel mensen spookt het in het hoofd. Daar is niks bijzonders aan. Het verschil is dat ik die bizarre beelden kan tekenen. De werkelijkheid is veel erger dan mijn hoofd. De dingen die ik teken, gebeurden in Joegoslavië in het echt."
Hoewel zonder vaste galerie gaat het Van der Eerden de laatste jaren goed. Hij heeft een vaste kring van verzamelaars en stelt zijn werk regelmatig tentoon. In April hangt hij in een Parijse galerie. Vanaf morgen is zijn werk op twee plaatsen te zien in zijn woonplaats Rotterdam.
Van der Eerden is een van de deelnemers aan Carambolage, een uitwisselingstentoonstelling van vijf Keulse en zes Rotterdamse kunstenaars. Bij de Stichting Kaus Australis hangt Blue Notes, een serie tekeningen die vorige maand door Museum Boijmans Van Beuningen werd aangekocht.
Een uitgave met kleurenlichtdrukken van diezelfde reeks tekeningen is te zien bij Multiple XX Galerie.
" Ik ben niet bewust bezig met het maken van series", zegt Van der Eerden over Blue Notes. " Maar deze tekeningen heb ik apart gehouden omdat ze voor mijn gevoel bij elkaar hoorden." Een anekdotische tekst die hij vier jaar geleden schreef, vormde de aanleiding voor de achtentwintig 'blauwe' tekeningen:
komp zo'n grote
ik bedoel met zijn broek vol worst
komp ie naast me
zegt ie hey white shit
hey little prick
ik bang ik denk - niet denken
reageer zich af
moet zijn ei - ik bedoel
ook zij hebben last
hebben moeilijk
Hoewel de tekeningen in formaat en kleurgebruik gelijk zijn, verschillen ze sterk van elkaar. Sommige tekeningen zijn abstract, andere figuratief. Soms tekent Van der Eerden nonchalant over een kladpapiertje heen, andere tekeningen zijn streng gecomponeerd als een stripverhaal. De heren Dood & Co doen een dansje; een arm verdwijnt tot de elleboog in een opengesperde mond. Met zijn uitgesproken Rotterdamse humor maakt Van der Eerden zijn wereld iets minder beklemmend. 'Blauwe paarden schijten bruin, maar schijten bruine paarden ook blauw?', noteert de tekenaar boven een berg dampende vijgen. " Tekenen is geen hobby voor me, zegt de Rotterdamse slagerszoon. " Het is niet echt prettig om te doen. Ik ga nooit naar mijn atelier met het idee 'hoera, ik ga eens een dagje lekker tekenen'. Het heeft iets dwangmatigs voor me. Als ik klaar ben, denk ik vaak: 'Van der Eerden, er zit een hoop in je hoofd.' " Wat ik wil, is razendscherpe, compromisloze kunst maken. Met prettige kunst schiet je niks op. Kunst moet bruut, ongemakkelijk en niet-esthetisch zijn. Het moet wringen en net iets te ver gaan. Op de doeken van Titiaan zie je ook altijd een plek die niet klopt. Mooi zet niets in werking."
Na zijn opleiding aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam kostte het Van der Eerden lange tijd om de scherpte te vinden die hij zocht. Na vierentwintig schilderijen kwam hij er achter dat hij in elk geval geen schilder was. " Dat dwepen met verf, ik kan het niet. Ik kon wel heel mooi tekenen, een beetje zoals Cy Twombly. Voor ik dát eindelijk had afgeleerd, was ik jaren verder. Nu ben ik niet bang meer. Ik doe maar wat, ik klamp me nergens meer aan vast.
De angst voor lullige tekeningen ben ik nu kwijt. Ik teken rustig abstract en figuratief naast elkaar en durf tekeningen te laten zien die misschien niet helemaal koosjer zijn. De schaamte voorbij? Ach, dat klinkt zo mutsig, maar daar komt het wel op neer."
Arjen Ribbens;
Wrede tekeningen van Paul van der Eerden
in: NRC Handelsblad, 6 maart 1998
© Arjen Ribbens 1998